De geschiedenis van de Bibliotheek in Wittem
Naast de mooie barokkerk aan de noordwestzijde van het kloostercomplex, met alle kapellen die daaromheen gebouwd zijn in de loop van de geschiedenis, is ook de grote bibliotheek aan de andere zijde van de kloostergevel van Wittem een aandachtstrekker. Dat is geen toeval. Vanaf het moment dat de Redemptoristen het leegstaande, voormalige Capucijnenklooster in 1836 betrokken, hebben zij er de bestemming aan gegeven van studiehuis voor de opleiding van hun nieuwe generaties van priesters; een bibliotheek is dan onmisbaar!
Aanvankelijk was het allemaal behelpen: een slecht onderhouden gebouw dat in de tijd van de Franse Revolutie 40 jaar had leeggestaan. Te weinig kerkruimte om de grote toeloop van mensen op te vangen. Te weinig inkomsten in die tijden van armoede om zo’n veertigtal studenten en een tiental leraren en evenzoveel broeders te onderhouden.
Maar rond de jaren 1890 was een en ander wat beter georganiseerd en kon er aan goede bouwkundige oplossingen gedacht worden. Pater Peters, toenmalig rector, had als enige zoon de boerderij van zijn ouders geërfd. Pater van Rossum (de latere kardinaal), was het hoofd van de studenten en van de opleiding. De een had geld, de ander plannen. Wel zoveel plannen – heeft pater Mosmans later geschreven – “dat den architect soms niet veel anders te doen bleef dan goedkeuren wat deze pater had opgezet en uitgewerkt.” Het oude klooster mat aan de straatzijde 271/2 meter en had twee verdiepingen. Dat werden bijna 50 meter en vier verdiepingen. Als tegenwicht voor de kerk aan het ene uiteinde van de gevel kwam aan het andere een geheel nieuwe grote bibliotheek. “Want”, zei pater van Rossum, “de Regel zegt dat de kloosterlingen hun leven zullen verdelen tussen het gebed (de kerk!) en de studie (de boekerij!).” De bibliotheek werd 8,70 meter breed en 31,80 meter diep en drie verdiepingen (totaal 12 meter) hoog. Een ruimte, die nog steeds imponeert, vooral door haar inrichting met fraai bewerkt hout, waaronder een houten tongewelf, boekenschappen langs alle zijden, verdeeld over de begane grond en twee gaanderijen, vier wenteltrappen en prachtige balustraden rondom.
Wittem is studiehuis gebleven tot ongeveer 1968. Toen vertrokken de studenten naar Heerlen en bleef de kostbare bibliotheek praktisch ongebruikt achter. Dus werd besloten de boekerij over te dragen aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen, zodat ze op een centraler punt in Nederland toegankelijk bleef voor de wetenschap. Vanaf 1976 kwam daarmee de ruimte in Wittem leeg te staan. Na een intensieve onderhoudsbeurt in de jaren 1994/95 (de muren waren gescheurd en uit het lood geraakt door de aardbeving van ’92) heeft men gezocht naar een nieuwe bestemming voor de gemeenschap. Dat de ruimte een bijzondere akoestiek heeft, was al bekend van een optreden van de sopraan Elisabeth Schwarzkopf in de zestigerjaren van de vorige eeuw. Sindsdien zijn er elk jaar concerten, tentoonstellingen, lezingen en educatieprojecten van de Kunstdagen Wittem. Onder de vele musici die optraden vinden we namen als Emmy Verhey, Amsterdam Synfonietta, Gebroeders Jussen, Hamlet Trio en het Matangi Quartett. Als schrijvers werden oa. Jan Terlouw, Bernlef, Brijs en Thomése ontvangen. Het festival heeft na 32 jaar zijn bestaansrecht inmiddels bewezen en heeft zich een plaats veroverd als erkend podium. De koppeling met een beeldende kunstexpositie is nooit meer losgelaten. We zien o.a. grote namen als Toon Teeken, Jan de Beus, Marc Mulders, Felix Droese en vele anderen. Sinds 2003 verzorgen de Kunstdagen Educatieve projecten voor het basis en voortgezet onderwijs. De inhoud varieert van kinderopera, workshops Beeldend Vormen, muziekvoorstellingen met workshops, dansvoorstelling en workshops etc. Steeds is er een receptieve component(voorstelling of bezoek expositie) met daaraan gekoppeld een actieve, creatieve component(workshops).Het aantal deelnemende leerlingen varieert per jaar van 300-500.